Zandhagedissen in het Voornes Duin

| Ted C.J. Sluijter

Zandhagedis
Inderdaad, het is een fraai gekleurd exemplaar van de zandhagedis, de enige soort hagedis die min of meer algemeen voorkomt in Voornes Duin. Hagedissen zijn reptielen en uiteraard koudbloedig. Om op te warmen gebruiken ze graag door de zon beschenen open plekjes. Eenmaal opgewarmd zijn ze dan snel genoeg om hun voedsel, vooral insecten, te bemachtigen. Zandhagedissen houden een winterslaap, bij voorkeur in een holletje van een boomstronk of graspol.

Duinherstel 
Natuurmonumenten, beheerder van grote delen van Voornes Duin, heeft zich tot taak gesteld dit gebied als topnatuur te behouden. Het typische landschap van open plekken, afgewisseld met duingraslanden en struikgewas, zorgt voor een enorme variatie aan planten en dieren. Deze variatie is echter niet meer zo vanzelfsprekend. Door het vrijwel verdwijnen van het konijn, het vanuit de lucht neerdalen van de meststof stikstof en nog wat andere oorzaken groeit het open duin in snel tempo dicht. Door plaatselijk het oprukkende struikgewas te verwijderen en af en toe te maaien behoudt Natuurmonumenten het karakteristieke landschap met bijbehorende flora en fauna.

Foto: NM Roel van Ekeris

Dieren en planten profiteren
Boomleeuwerik, kneu, rugstreeppad, libellen en juffers, orchideeën, driedistel, ratelaar, vleugeltjesbloem, tijm…..En met gemak zouden we deze verdere bijdrage geheel kunnen vullen met soorten welke door het duinwerk overlevingskansen houden. En uiteraard hoort daar ook de zandhagedis bij. Het duingebied blijft op deze manier een echt gevarieerd duinlandschap.

Wandelen
Al dit fraais ligt aan uw voeten op de Kop van Voorne. U moet het gewoon maar eens beleven. Paden door de Vogelpoel, rond het Brede Water, het Waterbos en Quackjeswater ontsluiten de gebieden voor u. En, het is er nooit druk, zelfs niet in de vakantietijd. Bij VVV en recreatiebedrijven liggen de wandelroutes voor u klaar. Misschien wilt u liever met een excursie mee? Kan ook, kijk dan op de website van Natuurmonumenten.

Foto: Nicole van der Kuil