IJsvogels en winterkoningen houden niet van winter!

| Ted C.J. Sluijter

In november heb je van die grijze dagen die niet bepaald uitnodigen om naar buiten te gaan. En toch loont het de moeite om het juist wel te doen. Er zijn veel ganzen te zien, maar ook groepjes veldleeuweriken en een karrevracht aan roofvogels. Overal zitten buizerds op paaltjes te loeren naar knaagdieren zoals muizen. Ook torenvalken laten zich zien. Slechtvalken zijn niet zeldzaam meer; vaak spectaculair jagend achter steltlopers of duiven. Vanuit bosjes jagen sperwers met verrassingsaanvallen. Grote broer havik heeft dezelfde tactiek, maar dan azend op grotere vogels. Blauwe kiekendieven, jagend boven het polderland, maken het roofvogelfeest compleet. Geef je ogen goed de kost want een adembenemend blauwe verrassing is niet uitgesloten: de ijsvogel!

Ijs en ijsvogel gaan niet samen
Wat die ijsvogel betreft zitten we hier in Zuidwest Nederland gebeiteld. Bij ons aan de kust luwt de zee de vrieskou. Voor veel vogels is dat net voldoende om te overleven. Tijdens vorstperioden ontvluchten veel ijsvogels het binnenland en belanden in ons gebied. IJsvogels houden namelijk helemaal niet van ijs. Ze kunnen dan niet meer bij hun voedsel. De naam ontlenen ze waarschijnlijk aan het Germaanse woord Eisen ofwel staal: staalblauw.

Een winter met veel vorst kost veel ijsvogels het leven. In een winter met flink vorst sneuvelt meer dan 50% van de ijsvogels!
De meeste ijsvogels broeden in het binnenland langs beekjes en rivieren. Zij maken nesten in steile wanden langs dat water. Per zomer broeden ze verschillende keren. Natuurmonumenten vindt het daarom belangrijk dat beekjes hun natuurlijke loop houden of herkrijgen. Beekjes moeten kunnen slingeren. Zo ontstaan steile wanden waar ze hun holen in uitgraven.

Foto: NM Wiepko Lubbers 

Winterkoning leeft op in de zomer
Als je een beetje tuin hebt, heb je ook winterkoninkjes. Dit vogeltje behoort tot de kleinste vogels van ons land. De bijnaam klein duimpje zegt genoeg! Maar zoals zo vaak, laten de kleintjes flink van zich horen. De drukke schelle zang van de winterkoning is in het voorjaar je wekker te snel af.

En zie hem daar eens parmantig zitten zingen; staartje recht omhoog en maar draaien met dat lijfje. Als het even meezit minstens broeden zij twee keer per jaar waarbij zij een tiental jongen op de wereld zetten. Maar o wee als de winter gaat strengen….Het hoofdvoedsel, spinnetjes en insecten, is maar mondjesmaat voorradig. En als je zo klein bent moet je heel veel eten want je verliest verhoudingsgewijs veel meer energie dan grotere vogels….Tja, houd in die situaties uw nestkasten goed in de gaten. Vaak kruipen deze kleine rakkers met tientallen tezamen om er in te gaan slapen, leuk gezicht!

Foto: NM Ben Walet