Chris van Holstein

We woonden aan de Stationsweg - hoek v.d.Meerweg. De naam die in dit verhaal belangrijk is.
In 1956 verhuisden we naar Rotterdam. Daar merkte ik pas dat de dodenherdenking van 4 mei voor mijn vader, Wim van Holstein, wel iets bijzonders had. We namen dan ook echt de 2 minuten stilte in acht. Over de oorlog werd verder niet veel gepraat. Alleen op verjaardagen kwamen de diverse verhalen van ooms en tantes ter sprake. Voor ons kinderen was het wel spannend om van verschillende voorvallen kennis te nemen. Het werd eigenlijk allemaal een beetje geromantiseerd. Juist dan hield mijn vader zich op de vlakte. Er was iets gebeurd in 1944/45 waar hij zich eigenlijk een beetje voor schaamde. 
Ik zet nu op papier wat mijn vader ons verteld heeft.


Regelmatig had hij in die tijd contact met dominee Van der Meer. Die knipte en schoor in de stoel zijn vrienden, iets dat hij ooit geleerd had. 
Ook op die bewuste avond zaten ze met vrienden bij elkaar en lieten zich knippen terwijl er ook met de koptelefoon op naar Radio Oranje werd geluisterd. Het toestel was verborgen onder de preekstoel. Opeens was er een inval van de Duitsers.
Ze werden gearresteerd en meegenomen. De Duitse commandant was heel verbaasd dat Herman Verhagen er ook bij was. “Du auch dabei, Herman” zei hij. De commandant kende Herman van het werk bij de voedselvoorziening.
De kerk werd later in brand gestoken. De gevangenen werden verhoord. Er werd een stoel stuk geslagen op het lichaam van mijn vader en onder allerlei verwensingen en bedreigingen werd er getracht informatie te verkrijgen. Een paar dagen later werden ze buiten op een rij gezet en moesten ze toezien dat de dominee werd gefusilleerd. De dagen dat ze vast zaten brachten ze door met werken in de duinen.

Inmiddels kreeg mijn moeder Annie, die in verwachting was van Margriet, bezoek van Duitse soldaten. Het huis werd doorzocht en aan het eind van de inspectie namen ze ook een deel van het goede linnengoed uit de kast mee. Papa mocht wel bij de geboorte van eerste kind, op 17 januari, aanwezig zijn.
Vrienden van vader hielden de lopende zaken op de kwekerij aan de Stuifakker in Rockanje gaande.
Na enkele weken kreeg Wim toestemming om op de kwekerij aan het werk te gaan. Hij moest zich wel regelmatig melden bij de Ortscommandant.
In zijn beleving was het heel belangrijk dat Herman door zijn werk connecties had met de Duitsers. Het heeft misschien wel het leven gered van hem en zijn vrienden.

Jaren later heeft mijn vader tijdens een bezoek aan Goslar in Duitsland de persoon ontmoet die hem tijdens het verhoor had mishandeld. Hij heeft het gelaten voor wat het was.
Ik ben geboren in 1947 en realiseer me bij het opschrijven van dit verhaal dat het ook anders had kunnen aflopen. Dan had ik dit verhaal niet kunnen schrijven.